Commissie voor industrie, onderzoek en energie (ITRE)

Eén van de drie commissies waarin ik sinds juli 2019 actief ben, is de commissie die zich buigt over energie, industrie, onderzoek, innovatie en digitalisering (afgekort ITRE). Binnen deze commissie worden de komende vijf jaar belangrijke onderwerpen besproken, zoals de energietransitie: hoe kunnen we alle Europese landen op een verstandige en betaalbare manier over laten stappen op een schonere vorm van energie? Willen we de Europese Unie in 2050 klimaatneutraal maken, een belangrijke verantwoordelijkheid naar volgende generaties, dan zullen er de komende jaren slimme en verstandige oplossingen moeten worden bedacht. Een hele belangrijke en complexe opgave waar ik me graag voor inzet.

 

Innovatieve (digitale) technologieën zullen een grote rol spelen in onze economie van de toekomst. Denk bijvoorbeeld aan sensoren voor machines die zelf doorgeven hoeveel producten ze maken en bij welke onderdelen er slijtage optreedt. Of ambulancepersoneel dat via 5G op afstand bijgestaan kunnen worden door een medisch specialist. Om dit soort oplossingen te vinden is samenwerking tussen bedrijven, overheid en kennisinstellingen essentieel, zoals bijvoorbeeld in Brainport Eindhoven gebeurt.

 

Daarnaast buigt de ITRE-commissie zich over de toekomst van de Europese industrie. Die staat voor een dubbele uitdaging. Ook de industrie zal stappen moeten zetten om schoner en duurzamer te produceren. En daarnaast moet onze Europese industrie concurreren met bijvoorbeeld China en de VS.  Ik wil me sterk maken om de positie van onze Nederlandse producenten te versterken. We maken mooie producten in Nederland waar we trots op mogen zijn. We moeten de banen in de EU houden en tegelijkertijd innoveren. Een belangrijke uitdaging.

Commissie voor transport en toerisme (TRAN)

Daarnaast ben ik woordvoerder transport en mobiliteit namens onze delegatie. Transport en mobiliteit zijn van groot belang voor onze samenleving: het zorgt ervoor dat we ons vrij kunnen verplaatsen, dat goederen via snelwegen, spoor en het water heel Europa door gaan en het stelt ons in staat met de hele wereld te handelen en zo onze boterham te verdienen.

 

De opgave in deze sector is groot, want de CO2-uitstoot moet naar beneden terwijl het aantal files toeneemt en de bereikbaarheid van dorpen lijkt af te nemen. De ontwikkeling en toepassing van duurzame brandstoffen (zoals waterstof, biobrandstof, batterijtechnologie) moet daarom gestimuleerd worden. Ook willen we het voor burgers en bedrijven aantrekkelijker maken om voor schonere vervoersalternatieven, zoals de trein en de binnenvaart, te kiezen. Ook in de lucht- en scheepvaart moet de uitstoot van broeikasgassen omlaag om onze milieudoelen te halen. Met slimme mobiliteitsoplossingen, zoals handige apps en slimme zelfrijdende auto’s kunnen we steden en dorpen bereikbaar houden.

 

Daarnaast moeten we werken aan goede grensoverschrijdende verbindingen. Zo is een Europees netwerk van hogesnelheidstreinen een uitstekende manier om mensen te verleiden de auto of het vliegtuig te laten staan. Op lokaal niveau kan in grensregio’s grote winst worden behaald door onze spoornetwerken beter op elkaar aan te sluiten.

Commissie voor regionale ontwikkeling (REGI)

Tot slot zet ik me in voor regionale oplossingen en grensoverschrijdende samenwerking in de commissie voor regionale ontwikkeling (REGI). In deze commissie gaat het over het versterken van onze regio’s en het stimuleren van samenwerking tussen de regio’s van de verschillende Europese landen. Hiervoor zetten we de zogenaamde cohesie- en structuurfondsen in. De cohesiefondsen dienen voor de ondersteuning van de armste regio’s van Europa, de structuurfondsen moeten helpen om welvaartsverschillen tussen regio’s te verkleinen.

 

In deze fondsen gaan enkele tientallen miljarden euro’s per jaar om. Ik vind het dan ook belangrijk dat dit geld effectief en efficiënt wordt besteed. Geen lege vliegvelden of snelwegen naar niemandsland, maar investeringen waarmee de armste regio’s echt worden geholpen en hun economieën daadwerkelijk versterkt worden. Het doel is dat deze regio’s op termijn helemaal geen subsidies meer nodig hebben. Daarom moet er bijvoorbeeld meer worden geïnvesteerd in innovatie.

 

Een andere prioriteit in de REGI-commissie is het wegnemen van belemmeringen voor mensen en regio’s wanneer zij over landsgrenzen heen willen (samen)werken. Voor veel Nederlanders en andere Europeanen bevindt een deel van het dagelijks leven zich over de grens. Toch hebben overheden zich niet altijd aan die realiteit aangepast, wat het leven nodeloos ingewikkeld kan maken. Daarom maken we ons hard voor praktische oplossingen en nauwe samenwerking in grensregio’s, zodat het ook in deze regio’s goed leven en werken  is.